ENGINEERINGNET.BE -- Evelien Adriaenssens heeft binnen haar doctoraatsstudie onderzocht of fagen – kleine virussen die enkel bacteriën infecteren – ingezet kunnen worden bij de biologische beheersing van rottingsziekte in onze aardappelvelden, waarbij Dickeya bacteriën een belangrijke rol spelen.
Daarbij werden nieuwe fagen geïsoleerd en gekarakteriseerd, meldt ILVO, Het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek.
De bacteriële ziekteverwerker Dickeya spp. is een belangrijke oorzaak van economische verliezen bij verschillende landbouwgewassen en sierplanten. Specifiek voor de aardappelproductie is 'Dickeya solani' een nieuwkomer op het veld in West-Europa. Het is een sterk agressief Dickeya type, dat zwartbenigheid (stengelrot) en zachtrot van de knollen veroorzaakt.
Omdat er geen chemische gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar zijn tegen deze bacterie, richt het onderzoek zich meer op biocontrole door middel van antagonisten of (bacterio)fagen.
De studie van Evelien Adriaenssens onderzoekt het gebruik van fagen in de controle van deze 'Dickeya solani'-infecties in de aardappelteelt. Dat is een strategie die faagtherapie wordt genoemd.
Bacteriofagen of bacteriële virussen infecteren specifiek bacteriën en gebruiken de bacteriële cellen om zichzelf te vermenigvuldigen. Virulente fagen doden hun gastheercellen en zijn daardoor ideaal om de ‘slechte’ bacteriën onder controle te houden.
Tijdens het onderzoek werden vier nieuwe fagen geïsoleerd. De fagen LIMElight en LIMEzero die de bodembacterie Pantoea agglomerans infecteren en de fagen LIMEstone1 en LIMEstone2 specifiek tegen “Dickeya solani”. Deze fagen werden uitgebreid microbiologisch en moleculair gekarakteriseerd, waaruit bleek dat de LIMEstone-fagen interessant zijn voor toepassingen van faagtherapie.
Voor LIMEstone1 en LIMEstone2 werd een nieuwe opzuiveringsmethode geïmplementeerd. Met de opgezuiverde faagsuspensies werden vervolgens faagtherapie-experimenten uitgevoerd op aardappelknollen en planten.
Eerst werden “D. solani”-bacteriën ingebracht. De daaropvolgende toepassing van de fagen verminderde beduidend het voorkomen en de ernst van zachtrot op de knollen. In een veldproef waarbij knollen geïnfiltreerd werden met “D. solani” en vervolgens besproeid met faag LIMEstone1, werd zelfs een kleine meeropbrengst waargenomen na faagbehandeling. Hier kon wel geen statistische significantie aangetoond worden.
Dit onderzoek demonstreert dat de LIMEstone-fagen perspectieven hebben om “D. solani” biologisch onder controle te houden in de aardappelproductie. Verder onderzoek is echter essentieel voor de integratie van faagtherapie in een geïntegreerde controlestrategie.
