• 11/12/2012

ENEXT converteert afval naar ‘beter dan steenkool’...

De wereld heeft teveel afval en te weinig energie. Het jonge Belgische bedrijf ENEXT wil beide problemen in één klap oplossen.

Trefwoorden: #afvalverwerking, #ENEXT, #pellets, #RDF, #steenkool

Lees verder

Magazine

Download het artikel in

Het beschikt daartoe over een technologie die huishoudelijk afval in ‘coal comparable fuel’ omzet. Volgens Jozef Vanneuville, Technology Support and Strategic Alliances Manager, is ENEXT de enige die dit momenteel kan, wereldwijd. «We maken als het ware steenkool - niet op een miljoen jaar, maar op 30 minuten», zegt hij.

Vele bestanddelen in afval hebben een hoge calorische waarde. Deze kunnen eruit worden gesorteerd en vervolgens gedroogd, waarna ‘Refuse Derived Fuel’ (RDF) ontstaat. En dit kan dan weer in energiecentrales en diverse industriële processen als brandstof worden aangewend.

Tom Goossens, Zaakvoerder ENEXT, en Jozef Vanneuville, Technology Support and Strategic Alliances Manager bij dezelfde firma, leggen uit: «In RDF-pellets ziet u nog duidelijk dat het om afval gaat. U vindt er stukjes plastic en metaal, de samenstelling is niet constant, de pellets zijn niet verpulverbaar,…: allemaal eigenschappen die een grootschalige inzet van dat product remmen.

Wij beschikken evenwel over een nieuwe, gepatenteerde technologie die begint waar RDF stopt. Onderzoek, verricht aan de K.U.Leuven, heeft uitgewezen dat de calorische waarde van de ‘Enext Coal’ die we op die manier produceren, gelijk of zelfs hoger is dan deze van steenkool, namelijk 25 à 29 MJ/kg. We verkopen licenties voor onze technologie; systeemintegrators bouwen de fabrieken. Indien gewenst, verlenen we aan onze klanten ook assistentie in verband met regelgeving, certificaten, …»

Markante eigenschappen
Huishoudelijk gebruik van de pellets is niet mogelijk. Ze moeten namelijk aan een hoge temperatuur (850 °C) worden verbrand. Want als dat niet gebeurt, ontstaan er schadelijke uitlaatgassen, zoals dioxines. De pellets worden dan ook aangeboden aan diverse, grote industriële actoren die normaal gezien met steenkool stoken. Cementfabrieken, bijvoorbeeld. Maar vooral: elektriciteitscentrales die functioneren op basis van steenkool, dat ze verbrijzelen, in de oven blazen en vervolgens verbranden. Ze eisen dat hun brandstof aan bepaalde, relatief constante parameters voldoet, bijvoorbeeld inzake het zwavelgehalte, de hoeveelheid chloor, de calorische waarde, de emissies bij verbranden,…

Een alternatieve brandstof moet aan dezelfde vereisten tegemoet komen. Dus: ze dient, net als de steenkool die ze gebruiken, verpulverbaar zijn, over een hoge calorische waarde beschikken en een constante samenstelling hebben. «Onze pellets voldoen aan die vereisten», stellen Goossens en Vanneuville. «Interessant is ook dat onze pellets in open lucht kunnen worden gestockeerd. Ze zullen niet gisten, opzwellen bij een regenbui,…, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld houtpellets, die onder een dak moeten worden bewaard. Tenslotte bevat ‘Enext Coal’ weinig of geen water, wat ertoe bijdraagt dat het rendement hoger is dan dat van bijvoorbeeld RDF».

Een bijzondere technologie
Tom Goossens en Jozef Vanneuville stellen dat alles met het huishoudelijke afval begint. Vrachtwagens halen het op en gaan ermee naar de verwerkingsinstallatie die volgens de ENEXT-principes is gebouwd. Eenmaal ter plaatse, komen ze op een weegbrug terecht, want voor de verwerking van het afval betaalt de afvalverwerker een bepaald bedrag (‘gate fee’).

Vanneuville: «Dat gebeurt vandaag ook bij verbrandingsovens, waar ze 100 à 120 euro per ton betalen». Vervolgens wordt het afval in diverse fracties gescheiden. Een belangrijk deel van de recycleerbare en andere bruikbare componenten worden eruit gehaald: plastics (zoals PET), metalen, glas, stenen,… Eventueel kan ervoor worden geopteerd om ze ook van de vergistbare biomassa te ontdoen, om daarvan in een andere installatie biogas te maken. Wat in dit stadium van het oorspronkelijke afval overblijft, is een belangrijk deel biomassa, en nog een beetje (vooral recycleerbare) producten. De biomassa wordt gedroogd, vervolgens verhamerd, resterende metalen worden eruit gewonnen, de rest van de massa wordt fijn gemaakt, opnieuw gedroogd,…

Tijdens het proces worden vermalers (shredders) gebruikt die zo zijn ingesteld dat de vezels bepaalde dimensies hebben. Dat is belangrijk, want de pellets moeten verpulverbaar zijn, maar mogen niet in poeder uiteenvullen als ze even worden geschud, bijvoorbeeld bij het verplaatsen ervan. Daarna worden de nog resterende recycleerbare materialen gerecupereerd, zodat ze door gespecialiseerde firma’s kunnen worden gerecycleerd. Op dat moment bekomt de verwerker een combinatie van enerzijds biomassa, en anderzijds kunststoffen die niet recycleerbaar zijn, zoals plastic zakjes. Dit, een half afgewerkt product, komt in een stockageruimte terecht. De eigenschappen ervan worden getest, waarna het in mixers terechtkomt, samen met een bindmiddel: volgens ENEXT gaat het om 'een natuurlijk product dat ervoor zorgt dat de vezels mooi glinsteren, en bijeen zullen blijven wanneer ze tot pellets worden geperst. Over welk bindmiddel het precies gaat, is bedrijfsgeheim'.
 
Ook additieven, zoals plastics, kunnen wenselijk blijken: ze worden in dusdanige hoeveelheden toegevoegd dat het eindproduct voldoet aan de parameters (calorische waarde, vochtgehalte,…) die de klant van de ‘Enext Coal’ heeft vooropgesteld. Afval heeft namelijk zelden een constante samenstelling, waardoor dergelijke additieven vrij vaak nodig zijn. Wat precies de gewenste verhouding afval/bindmiddelen/additieven is, wordt bepaald door een speciaal daartoe gecreëerd computerprogramma. Uiteindelijk wordt de massa tot pellets geperst. Eigenlijk wordt ‘Enext Coal’, net als steenkool, gevormd dankzij onder meer verhoogde temperaturen en druk. «Alleen worden de pellets in dertig minuten gevormd, terwijl er miljoenen jaren nodig zijn om tot steenkool te komen», meldt Goossens.

Buitenland eerst
De technologie zou belangrijke voordelen bieden. Goossens en Vanneuville: «Het komt erop neer dat onze pellets 10 % goedkoper zijn dan steenkool, terwijl ze eenzelfde calorische waarde hebben. Daar bovenop kan de afnemer rekenen op groenestroomcertificaten, want zo’n 50 % van de Enext Coal bestaat uit biomassa. Afvalverwerking via verbrandingsovens is ongeveer vier à vijf keer duurder dan onze technologie, onder meer omdat ze deels nat afval verstoken, wat het rendement doet dalen. Bovendien verbranden ze plastics onder de 850 °C, waardoor dioxines vrijkomen die door dure gaszuiveringsinstallaties moeten worden verwijderd. Het stoken met onze pellets vergt eveneens een gaszuiveringsinstallatie, maar die is reeds aanwezig in de bestaande kolencentrale. Bij ons proces komen trouwens minder emissies vrij dan wanneer er met steenkool wordt gewerkt.»

«Eigenlijk kunnen afvalverbrandingsinstallaties enkel blijven bestaan doordat ze heel wat subsidies krijgen. Bovendien hebben ze een overcapaciteit, aangezien alsmaar meer afval wordt gesorteerd en gerecycleerd. Neem Nederland: daar hebben ze dertien verbrandingsinstallaties, terwijl er maar voldoende aanvoer is om er drie op volledige capaciteit te laten draaien. Om rendabel te blijven, voert Nederland afval in van Italië en het Verenigd Koninkrijk! Gezien de subsidiëring en overcapaciteit van verbrandingsinstallaties in onze contreien, focussen we onze business op dit moment op landen die minder verwerkingsinstallaties, maar veel stortplaatsen hebben, zoals ontwikkelingslanden.

Maar ook in Europa zijn er nog veel storten. In Roemenië komt zelfs 95 % van het afval daar terecht. In België hebben de bestaande verbrandingsinstallaties nog een vergunning tot 2015; daarna hopen we ook hier aan bod te komen. De inkomsten die door het verlenen van licenties op onze ENEXT-technologie worden gegenereerd, herinvesteren we in O&O. We streven er onder meer naar om het proces dusdanig aan te passen dat er pellets ontstaan die ook voor gebruik bij lagere temperatuur zijn geschikt. Zo willen we, op termijn, in de wereld van ‘waste-to-energy’ een marktleider worden».


(foto’s: KVP, ENEXT) (Door Koen Vandepopuliere, Engineeringnet)