• 24/01/2013

Voorkeuren robotassistentie geanalyseerd

Senioren staan positief tegenover robots die hen helpen, behalve als het gaat over lichaamsverzorging of sociale activiteiten.

Trefwoorden: #assistentierobot, #robot, #senioren

Lees verder

research

( Foto: Georgiatech )

ENGINEERINGNET -- Senioren kunnen in de toekomst een veelbelovende markt voor robots worden. Ze kunnen hen namelijk helpen met dagdagelijkse activititeiten die te moeilijk voor hen worden. Maar vóór zo'n robots massal worden geproduceerd, moet natuurlijk duidelijk zijn of mensen ze wel in hun nabijheid zouden accepteren.

Het Georgia Institute of Technology, USA, boog zich over de vraag.

Ze deden een onderzoek waarbij ze volwassenen tussen de 65 en 93 jaar een video toonden van wat zo'n robot kan. Daarna stelde een vorser hen een aantal vragen om na te gaan in hoeverre ze bereid zouden zijn assistentie van de robot te krijgen bij huishoudelijke taken (er kwamen 48 taken aan bod).

De bevraagde personen meldden over het algemeen dat ze liever een robot hadden die hen hielp dan een mens als het gaat over zaken als: het kuisen van de keuken, kleren wassen, of de afvalzakken buiten zetten. Maar als het ging over hulp bij het zich aankleden, eten en een bad nemen, verkozen ze de mens boven de robot. Ook voelden ze zich beter met een mens als het ging om sociale activiteiten: bijvoorbeeld het bellen van familie en vrienden, of gasten amuseren.

“Het is een wijdverspreide misvatting dat senioren negatief staan tegenover robots”, zei assistente Cory-Ann Smarr.  “De mensen die we interviewden, waren heel enthousiast en optimistisch over robots in hun dagelijkse leven. Ze waren ook heel nauwkeurig wat het geven van hun voorkeuren betreft. Dat kan onderzoekers op ideeën brengen voor wanneer ze beslissen wat precies ze ontwerpen en dan in woningen introduceren.”

Cory-Ann Smarr, en professor Wendy Rogers, hoofdonderzoekster in het project, merkten ook op dat voorkeuren varieerden naargelang de taken. Volwassenen zeiden bijvoorbeeld dat ze bereid waren een robot te gebruiken als hulp om hen te herinneren wanneer een medicijn te nemen, maar dat ze zich toch meer op hun gemak voelden als een mens hen hielp beslissen wélk medicijn ze moesten nemen.

“Het lijkt erop dat oudere mensen minder snel een robot vertrouwen wanneer het gaat om taken die het nemen van beslissingen impliceren, dan wanneer het gaat om monitoring of fysieke assistentie”, zei Rogers. “Vorsers moeten dus voorzichtig zijn voorkeuren niet te veralgemenen wanneer ze assistentierobots ontwikkelen.”


(KV)