• 28/03/2013
  • |     BB

Vlaamse netwerk van proefmachines moet KMO's in voeding ondersteunen

Fevia Vlaanderen, Flanders Food en ILVO werken aan netwerk van semi-industriële proefmachines voor testen van product- en procesinnovaties voor KMO's in de voedingsindustrie.

Trefwoorden: #Fevia, #Flanders Food, #ILVO

Lees verder

research

( Foto: Barry Callebaut )

ENGINEERINGNET.BE -- Drie Vlaamse instituten - Fevia, Flanders Food en ILVO – willen op termijn een infrastructuur op poten zetten waarmee Vlaamse voedingsbedrijven hun product- en andere innovaties op een betaalbare manier kunnen laten proefdraaien of testen.

Ze mikken daarbij op een 'delende' infrastructuur, wat wil zeggen dat ze bestaande testinstallaties in voedingsbedrijven en laboratoria open willen stellen voor derden. 'Een delend concept voor meer efficiëntie in de innovatie', zo noemen de drie het in een mededeling.

Het probleem is namelijk dat KMO's vaak niet over betaalbare testmogelijkheden beschikken – en KMO's zijn er nogal wat in de voeding. Daarnaast wordt de piste onderzocht om de proeven te laten plaatsvinden onder toezicht van een voedingstechnoloog, een specialist die voor KMO's vaak te duur is om aan te werven.

Om een en ander waar te maken, richtten ze eind 2012 'Foodinofra' op, een project dat steun krijgt van het Agentschap Ondernemen.

De eerste fase is al volop in uitvoering, zo luidt het, namelijk het in kaart brengen van in Vlaanderen aanwezige pilootinfrastructuur en labo-infrastructuur in de bedrijven (zowel productiebedrijven als machinebouwers) en andere kennisinstellingen.

De infrastructuur van de onlangs vernieuwde 'Food Pilot' in Melle vormt daarbij de ruggengraat van de inventaris, en zal op termijn ingepast worden in het netwerk van proefinstallaties verspreid over heel Vlaanderen.

De drie in een mededeling: 'Kennisinstellingen en bedrijven die hun beschikbare pilootinfrastructuur voor de voedingsbedrijven in het netwerk brengen kunnen hun eigen kostprijs en toegankelijkheid bepalen'.

Als logische volgende stap zien de drie clusters en open innovatieconcepten ontstaan, waarbij bedrijven elkaar helpen.