• 24/04/2013
  • |     BB

«Toppositie Belgische chemie is geen verworven recht»

Chemiesector waarschuwt: «Huidige sterke positie van België is niet verworven voor toekomst». Onder meer loonkostenhandicap van 27% tussen Duitse en Belgische chemiearbeider baart zorgen.

Trefwoorden: #chemie, #coenen, #essenscia, #kunststof, #life science

Lees verder

Nieuws

( Foto: AstraZenica )

ENGINEERINGNET.BE – De sector van de chemie, kunststoffen en life sciences heeft goed standgehouden in 2012. Met dat positieve nieuws pakt de Belgische federatie Essenscia uit.

Zo steeg de omzet tot 61 miljard en namen de uitgaven voor R&D toe tot het historische record van 2,75 miljard euro. Daarmee is de sector vandaag goed voor 56% van de alle industriële R&D-uitgaven in België. In 2000 was dat nog 43%.

Anderzijds daalden de investeringen net onder het historisch trendniveau tot 1,6 miljard euro. Wel kondigden diverse ondernemingen nieuwe projecten aan, gaande van greenfield-investeringen, uitbreidings- en vervangingsinvesteringen tot de bouw van pilootinstallaties, onderzoeks- en distributiecentra.

Maar de federatie maakt zich zorgen over de toekomst. 'Goede cijfers', is de teneur van de officiële persmededeling, ' maar we moeten oppassen, want er zijn factoren die op termijn die uitstekende positie van België als wereldspeler op losse schroeven dreigen te zetten'.

Of, zoals Frank Coenen, voorzitter van essenscia het stelt: “België is een wereldspeler op het vlak van chemie, kunststoffen en life sciences. Deze sterke positie is echter niet verworven voor de toekomst."

De Belgische beleidsmakers lijken inderdaad niet te beseffen dat de wereldmarkt volop aan het veranderen is. Getuige daarvan bijvoorbeeld het energiebeleid.

Coenen: "Door de ontginning van goedkoop schaliegas en -olie in de VS ligt de gasprijs er ruim 3 keer lager dan in Europa. Dit verschil leidt voor chemiebedrijven in België tot een jaarlijkse kostenhandicap van ruim 1 miljard euro."

"Daarbovenop wordt de industrie geconfronteerd met steeds stijgende meerkosten voor hernieuwbare energie die in België een stuk hoger liggen dan in onze buurlanden.” essenscia vraagt daarom dat de federale regering dringend werk maakt van een structurele hervorming van de offshore windenergie in lijn met de buurlanden.

Anderzijds is er de loonhandicap.'De loonkostenhandicap voor volcontinuarbeid van 27% tussen een Duitse en Belgische chemiearbeider is op termijn niet houdbaar', stelt de federatie.

“De loonstop is een eerste stap om de kloof met onze buurlanden te dichten. Een gerichte lastenverlaging voor volcontinuarbeid blijft echter noodzakelijk”, aldus voorzitter Coenen.

Voor 2013 ziet essenscia alvast geen tekenen voor een substantiële groei, weet de federatie tot slot nog te melden.


ACHTERGROND
De omzetprestaties van de subsectoren zijn in 2012 uiteenlopend: farma deed het goed, gevolgd door de basischemie. De rubber- en kunststofverwerkers en de verven en vernissen zagen daarentegen hun omzet dalen onder meer omwille van de terugval van de activiteit in de Europese automobiel- en bouwsector.