Steeds meer Europese hightech-bedrijven kiezen voor ’rightshoring’

Dat blijkt uit de vijfde jaarlijkse 'UPS Change in the (Supply) Chain' onderzoek. Aan 516 leidinggevenden in de hightech-markt werd gevraagd naar de inrichting van hun supply chain.

Trefwoorden: #Creaform, #logistiek, #nearshoring, #rightshoring, #supply chain, #UPS

Lees verder

Magazine

Download het artikel in

ENGINEERINGNET - Een van de voornaamste conclusies: men ziet steeds meer in dat de 'traditionele' strategieën voor toeleveringsketens niet langer de optimale bedrijfsresultaten opleveren. Bedrijven moeten hun toeleveringsketens aanpassen als ze willen profiteren van de nieuwe kansen in de huidige en opkomende markten. Sommige veranderingen zijn groot en sommigen zullen klein zijn, maar ze zullen allemaal een impact hebben.

Uit het onderzoek blijkt bijvoorbeeld ook dat steeds meer Europese hightech-bedrijven voor ‘rightshoring’ kiezen, ondanks dat de meeste bedrijven nog steeds de productie uitbesteden in verre landen (‘offshoring’) om bijvoorbeeld de loonkosten te drukken. Bij rightshoring tracht men de toeleveringsketen te optimaliseren om voordeel te verkrijgen uit kosten en noodzakelijke middelen (vaardigheden en infrastructuur), zodat de beste marge behaald wordt voor prestaties en klanttevredenheid.

Typisch vinden delen van de bedrijfsvoering en/of productie in de buurt van de afzetmarkt plaats: 56% van de Europese ondervraagden doet dat, tegenover 45% van de respondenten wereldwijd. Europese bedrijven passen deze strategie toe voor bijvoorbeeld een betere klantenservice, omdat daarvoor lokale mensen kunnen worden ingezet. Bovendien zijn de transportkosten lager en wordt de supply chain flexibeler.

Ook ‘nearshoring’, waarbij de de productie en/of assemblage dichter bij de afzetmarkt worden uitgevoerd, neemt in populariteit toe: 35% van de ondervraagden zegt dat van plan te zijn, in 2013 was dat nog 26%.

Hightech voor nieuwe markten
Veel hightech-bedrijven hebben onlangs de opkomende markten betreden. 66% van de Europese ondervraagden geeft aan al actief te zijn in China, 41% in India en 31% in Brazilië. Bij het betreden van nieuwe markten maakt men zich wereldwijd het meeste zorgen over de regelgeving in die markt. In Europa staan die zorgen op de vijfde plaats; hier maakt men zich het meeste zorgen over het opzetten van de eerste productieactiviteiten.

3D-printen
Hoe zit het met de implementatie van nieuwe technologieën in het productie- en fabricagegebeuren? Hightechproducenten blijken op de eerste rij te staan waar het gaat om vernieuwing, en 3D-printen is daarbij een van de gebieden die steeds populairder worden.

In Europa laat 66% van de ondervraagden weten praktische ervaring te hebben met 3D-printen, 70% geeft aan dat zijn bedrijf 3D-printen gebruikt bij het ontwerpen van nieuwe producten en 63% voor de ontwikkeling van reserveonderdelen

Wereldwijd doet slechts 24% van de ondervraagden het laatste. Maar het is wel zo dat de nieuwe techniek wereldwijd voornamelijk ingezet wordt om innovatieve processen op gang te brengen bij productontwerp en het ontwikkelen van prototypes, en in véél mindere mater voor het 3D-printen van wisselstukken.

De enquête
De vijfde jaarlijkse enquête over wijzigingen in de (toeleverings)keten werd in 11 landen verspreid over vier grote regio's van Noord-Amerika, Europa, Azië-Stille Oceaan en Latijns-Amerika uitgevoerd. De landen zijn de Verenigde Staten en Canada; Mexico en Brazilië; China, Japan, Korea en Taiwan; het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Duitsland.

De ondervraagden van de enquête gaven aan werkzaam te zijn in de toeleveringsketen (43%), productie (30%) of logistiek en distributie (27%). De ondergrens voor de omvang van het bedrijf was een jaarlijkse omzet van minstens 5 miljoen Amerikaanse dollar.


(BB) (foto's: Creaform, UPS)