• 30/03/2016

Masterclass 3D printing op Maintenance - Pumps & Valves 2016 - invitatie

Additive Manufacturing (AM), 3D printing in de volksmond, was lange tijd sciencefiction. Maar vandaag is de technologie de kinderschoenen ontgroeid en is ze klaar voor de algemene doorbraak.

Trefwoorden: #3D printing, #easyfairs, #Maintenance, #Pumps&Valves, #vakbeurs

Lees verder

Productnieuws

ENGINEERINGNET.BE - Ook binnen de onderhoudswereld, waar de toepassingsmogelijkheden legio zijn. Stel u voor dat u zelf complexe onderdelen kunt printen. Of componenten kunt optimaliseren zodat uw machines beter presteren. Volgens Stijn Lambrechts van Sirris zit het er allemaal aan te komen.

Iedereen heeft intussen over 3D printing gehoord, de techniek waarbij een bepaalde materie in poedervorm (metaal, kunststoffen, keramiek, voeding, ...) minuscuul laagje per minuscuul laagje tot een product wordt opgebouwd.

Andere technieken horen echter ook in deze categorie thuis. Denk aan ‘laser beam melting’ waarbij metaalpoeder lokaal door een laser wordt gesmolten om onderdelen vorm te geven. Of ‘selective laser sintering’, een identiek procedé, maar dan met polymeren.

“Het zijn allemaal ‘additive manufacturing’-processen die totaal nieuwe perspectieven bieden op het vlak van prototyping, productie en ook onderhoud”, vertelt Stijn Lambrechts, Business Development & Innovation Additive Manufacturing van Sirris.

“Het grote verschil met klassieke vormgevingstechnieken is dat er materialen worden toegevoegd in plaats van weggenomen. Hierdoor ontstaat een enorme, en tot nu toe ongekende, vormvrijheid: quasi alle restricties op het vlak van design vallen weg. In principe kunt u dus de meest complexe vormen maken zonder dat er enige montage of assemblage aan te pas komt. Het is evident dat AM een gigantisch potentieel biedt voor een hele resem sectoren.”

Evolueren we naar een virtueel ‘spare parts’-magazijn?
Ook in de maintenancewereld zou AM wel eens hoge ogen kunnen gooien. “Sommige productiebedrijven durven al openlijk dromen van een virtueel magazijn waarbij alle ontwerpen van componenten digitaal zijn opgeslagen en worden uitgeprint in functie van de behoefte”, aldus Stijn Lambrechts.

“Zover zal het volgens ons nooit komen, gewoonweg omdat standaardonderdelen wellicht altijd goedkoper op de traditionele manier zullen worden geproduceerd. Aan de toestellen om AM te doen, zal altijd een bepaald prijskaartje hangen. Of de techniek wordt gebruikt, zal dus afhankelijk zijn van de prijs, complexiteit en algemene beschikbaarheid van het onderdeel. Het virtuele magazijn biedt volgens ons voornamelijk meerwaarde voor speciale onderdelen die weinig nodig zijn en/of lange leveringstermijnen kennen.

Niettemin zou de toepassing van AM voor deze componenten toelaten om aanzienlijk op de kosten van het ‘spare parts’-magazijn te besparen. Niet alleen omdat er minder ‘slapend’ kapitaal nodig is, maar ook door de winst aan ruimte. De opslag van enkele tonnen poeder vereist immers veel minder plaats dan het stockeren van honderden componenten.”

In volle ontwikkeling
Het (gedeeltelijke) virtuele magazijn is momenteel nog geen realiteit. De hoge kostprijs en de lange printtijden van AM-apparatuur vormen alsnog een praktische barrière. Maar het is best mogelijk dat daar relatief snel verandering in komt.

Stijn Lambrechts: “Er wordt volop gewerkt aan de snelheid van de toestellen. Zo hebben HP en Carbon 3D printers gelanceerd die amper zes minuten nodig hebben om een component te maken waar andere AM-toestellen gemiddeld vier tot zes uur mee zoet zijn. Als deze oplossingen geen andere nadelen vertonen, zijn we een hele stap verder om AM op grote schaal te laten doorbreken.

En dat zou dan weer een positieve impact op de kostprijs van de apparatuur hebben. Een ander terrein waarop momenteel veel wordt gewerkt, zijn de ‘grondstoffen’. Vandaag zijn een beperkt aantal poeders op de markt, terwijl we er veel meer nodig hebben om alle traditioneel geproduceerde producten ook via AM te realiseren.

Zowel op het vlak van metaallegeringen als kunststoffen (onder meer filamenten) verwachten we de komende jaren een enorme vooruitgang qua aanbod. Ten slotte wordt nogal wat R&D verricht naar de automatisering van de processen. Vandaag vereist AM immers nog veel manuele tussenkomst. Eenmaal er mogelijkheden zijn om de techniek in de productieketen te integreren, zal ook dat een positief effect op de kostprijs en realisatiesnelheid hebben.”

Investeren in AM loont nu al
Met de huidige oplossingen aan AM en grondstoffen is het vandaag wel al mogelijk om zelf componenten te maken. Tenminste als u de techniek onder de knie hebt en het proces correct uitvoert.

Stijn Lambrechts: “Vandaag wordt AM voornamelijk ingezet voor het maken van prototypes. Maar niets weerhoudt onderhoudsdiensten ervan om de technieken ook voor de optimalisatie van bepaalde componenten aan te wenden.

Hoe vaak gebeurt het immers niet dat maintenancemedewerkers vanuit hun ervaring ideeën hebben om een onderdeel te verbeteren en dit niet aan de machineleverancier verkocht krijgen? Investeren in AM lijkt dus interessant voor alle bedrijven met een complex productieapparaat. Want eenmaal u zo’n toestel in huis hebt, kunt u beginnen experimenteren met de fabricatie van onderdelen.

Op die manier slaat u twee vliegen in één klap: u zoekt creatief naar oplossingen om machines te optimaliseren door middel van aangepaste componenten én u zet een eerste stap naar het virtuele ‘spare parts’-magazijn...”


Programma
08:00 – 09:00     Ontvangst & ontbijt

09:00 – 10:15     Masterclass deel 1 

  • 3D printing, verder dan de hype
    Stijn Lambrechts, Business Development & Innovation Additive Manufacturing – SIRRIS

10:15 – 10:45     Koffiebreak

10:45 – 12:00     Masterclass deel 2

  • Business modellen die kunnen veranderen
  • IP, legal concerns: mag ik alles namaken?
  • Praktijkvoorbeelden
    Stijn Lambrechts, Business Development & Innovation Additive Manufacturing – SIRRIS

12:00 – 13:30     Lunch

Inschrijven: Klik hier



Bericht van de redactie: dit is een ingezonden mededeling, die mogelijk niet vrij is van commerciële invloeden. De verantwoordelijkheid voor de verstrekte technische en andere gegevens berust volledig bij de vermelde leverancier of fabrikant.