Asbestinventaris: betere wetgeving nuttig in combinatie met controle

Vlaams Minister van Leefmilieu Joke Schauvlieghe laat onderzoeken of een asbestinventaris of -certificaat deel kan gaan uitmaken van het toekomstige eengemaakte woningattest.

Trefwoorden: #asbest, #asbestinventaris, #asbest verwijderen, #Belgische Vereniging van Asbestverwijderende Bedrijven

Lees verder

Nieuws

( Foto: Flickr - ENERGY.GOV )

ENGINEERINGNET.BE - Om de kopers van huizen echt te beschermen tegen de gevaren van asbest moeten er in de nieuwe wetgeving ook betere controlemechanismen in het leven worden geroepen.

Want de situatie bij de bedrijven, die volgens de Belgische wetgeving wel verplicht zijn een asbestinventaris in de schuif te hebben liggen, leert dat zo'n attest vaak niet meer is dan een vodje papier.

Slechts een kleine minderheid van de instellingen en ondernemingen beschikt over een document dat nauwkeurig oplijst wat er allemaal aan asbest onder (en in) het dak zit. Dat bedrijven daarvoor geen sancties hoeven te vrezen, illustreert nog maar eens hoezeer België achterloopt in haar aanpak van de asbestproblematiek.

Bedrijven in België die personeel tewerkstellen zijn al sinds 1995 verplicht om een asbestinventaris in huis te hebben. Zo’n inventaris geeft een gedetailleerde opsomming van al het aanwezige asbest in het bedrijf.

Aan de inventaris wordt doorgaans een beheersplan gekoppeld. Daarin wordt bijvoorbeeld uitgelegd welke werken aanleiding kunnen geven tot asbestblootstelling, hoe groot het gevaar is van het vrijgekomen asbest, hoe vaak het asbesthoudende materiaal moet gecontroleerd worden en wat er moet gebeuren als dat materiaal zich in slechte staat bevindt.

Het opstellen van de asbestinventaris hoeft slechts eenmalig te gebeuren. Daarna volstaat een jaarlijkse visuele inspectie en check-up door de eigen preventieadviseur.

De asbestinventaris dient niet alleen voor intern gebruik, ter bescherming van de eigen werknemers in navolging van het Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB).

Als een aannemer werken aan een bedrijfspand komt uitvoeren, mag hij volgens dezelfde wet uit 1995 niet starten zolang hij de asbestinventaris niet onder ogen heeft gekregen.

Ook bij de sloop van een pand is zo’n inventaris onontbeerlijk: het is immers belangrijk dat de sloopfirma exact weet hoeveel en welke gevaarlijke stoffen er in het pand schuilen. Hij moet daar immers rekening mee houden in z’n offerte. En hij moet mogelijk speciale beschermende maatregelen treffen.

Het voordeel van een asbestinventaris is dat, vooraleer de werken ook maar zijn gestart, er meteen duidelijkheid is over de kosten. Dat verkleint het risico op discussies achteraf tussen de opdrachtgever en de uitvoerder van de werken.

De wetgeving oogt dus mooi, maar helaas enkel op papier. De regelgeving blijkt in de praktijk in België immers al te vaak dode letter. Een meerderheid van de ondernemingen en instellingen in ons land heeft gewoonweg geen inventaris in huis. Daarbij zitten vele bedrijven met oude panden die wellicht grote hoeveelheden asbest bevatten.

Worden zij dan niet op de vingers getikt? ‘Het risico op sancties is verwaarloosbaar klein’, reageert de Belgische Vereniging van Asbestverwijderende Bedrijven (VAB). ‘De bevoegde overheidsdienst, de FOD Werkgelegenheid, heeft er nauwelijks aandacht voor. Er zijn amper controles.’

De opvolging van de reglementering rond de asbestinventaris ligt bij de Belgische overheid niet in het hoogste laatje. Dat blijkt ook uit de hallucinerende vaststelling dat zowat iedereen in België een asbestinventaris mag opmaken.

De VAB: ‘Hoewel de meeste bedrijven natuurlijk wel geneigd zijn om dit klusje te laten klaren door deskundige firma’s, is het onder de arm nemen van een deskundige partij wettelijk niet verplicht.’

Zoals zo vaak in de asbestproblematiek is het pijnlijk te moeten constateren dat er in het buitenland wel werk wordt gemaakt van een gedegen reglementering en van een nauwgezette opvolging.