EnergyVille ontwikkelt twee optimalisatietools voor warmtenetten

Het gaat hierbij om een optimalisatietoolbox voor het automatisch ontwerp van thermische netwerken en softwaretechnologie die de energie-efficiëntie van warmtenetten verhoogt.

Trefwoorden: #EnergyVille, #project, #warmtenet

Lees verder

research

( Foto: EnergyVille )

ENGINEERINGNET.BE - In de zoektocht naar nieuwe technologieën voor een koolstofvrije toekomst kijkt men veel naar elektrificatie en transport.

Warmte wordt nog te vaak over het hoofd gezien, terwijl het ruim 60% van onze energiebehoefte omvat. Bij EnergyVille zijn thermische systemen, en meer bepaald warmtenetten, een belangrijk deel van het onderzoek. De focus ligt hierbij op ontwerp en optimalisatie van warmtenetten.

PATHOPT is een optimalisatietoolbox voor het automatisch ontwerp van thermische netwerken, waarbij de optimale netwerklay-out bepaald wordt op basis van specifieke geografische informatie. Er is momenteel nog een groot potentieel aan ongebruikte restwarmtecapaciteit vanuit bijvoorbeeld grote datacenters of gekoelde magazijnen.

Om het volledige potentieel van deze afvalwarmte, samen met andere hernieuwbare bronnen zoals thermische of geothermische zonne-installaties te benutten, is het nodig om de omvang van warmtenetten te vergroten. Dat maakt ze erg complex en moeilijk met de hand te ontwerpen.

De PATHOPT-software ontwerpt en verbetert warmtenetten door optimalisatie en automatisering van het proces. Dat zorgt voor een snel, goedkoop en efficiënt ontwerp dat het mogelijk maakt om huizen en warmtebronnen optimaal met elkaar te verbinden en om de grootte van duurzame warmtecentrales nauwkeurig te plannen.

De STORM District Energy Controller is een softwaretechnologie die de energie-efficiëntie van warmtenetten verhoogt. De tool maakt gebruik van de flexibiliteit die aanwezig is in de thermische capaciteit van de verbonden gebouwen om productie en distributie te optimaliseren binnen het netwerk.

Er is veel thermische massa aanwezig in gebouwen, bijvoorbeeld beton en meubels. Als deze thermische massa kan worden geactiveerd, door deze op te warmen of te koelen met minder dan 1°C, kan veel energie worden opgeslagen of gebruikt.

Op deze manier fungeren gebouwen als virtuele opslag, zonder de grenzen van het binnenluchtcomfort te overschrijden en zonder dat iemand het merkt. Deze flexibiliteit wordt gebruikt ten voordele van het net of de energieproductie-installatie, waardoor deze efficiënter en duurzamer wordt.

De STORM District Energy Controller werd in de praktijk getest en geïmplementeerd in warmtenetten in Mijnwater in Heerlen en Rottne in Växjö (Zweden), die dienden als demo's in het H2020 STORM-project.

Op de demosite van Mijnwater werd voor piekafvlakking een potentieel bereikt van 17,3%. Ook kon de capaciteit van het warmtenetwerk verbeterd worden met 42,1%, wat overeenkomt met een totaal van 48.200 woningequivalenten die extra kunnen worden aangesloten op het bestaande warmtenetwerk.