Belangrijk antilichaam in ons bloed draagt verrassing met zich mee

Nederlandse onderzoekers hebben ontdekt dat een veel voorkomend antilichaam in ons bloed, Immunoglobuline M, een extra eiwit bevat. Dit heeft gevolgen voor therapeutische toepassingen.

Trefwoorden: #antilichaam, #bacterie, #bloed, #virus

Lees verder

research

( Foto: Universiteit Utrecht )

ENGINEERINGNET.BE - Nadat een virus of bacterie ons lichaam binnendringt, is Immunoglobuline M (IgM) het eerste antilichaam dat het afweersysteem aanmaakt.

IgM voorkomt infecties door zich te binden aan een ziekteverwekker. De ziekteverwekker kan dan niet meer een cel binnen dringen om zich te verspreiden.

IgM wordt al decennia bestudeerd in labo's over de hele wereld. Al in de jaren negentig dacht men bepaald te hebben hoe het antilichaam in elkaar zit: het is een groot molecuul dat de vorm heeft van een zeester met vijf armen.

Deze structuur staat zo beschreven in alle tekstboeken. Hoewel het al bekend was dat het eiwit CD5L kan binden aan IgM, tonen de Nederlandse Universiteit Utrecht en bloedcentrum Sanquin nu voor het eerst aan dat CD5L gebonden is aan al het IgM dat zich in het bloed bevindt.

Gelijktijdig met de Utrechtse wetenschappers ontdekten ook onderzoekers van Sanquin dat er iets niet klopte met de in de tekstboeken beschreven structuur. De twee groepen besloten hun krachten te bundelen om te achterhalen wat er precies aan de hand was. Ze combineerden daartoe verschillende technieken.

UUtrecht bepaalde de massa van IgM. Zo werd aangetoond dat een klein eiwit ontbrak in de structuur van het antilichaam. Sanquin ontwikkelde methoden om CD5L dat zich vrij in het bloed bevindt en CD5L dat gebonden is aan IgM te onderscheiden. Ook ontdekten de onderzoekers dat de concentraties van IgM en CD5L in het bloed altijd samen stijgen en dalen.

Volgens prof. dr. Albert Heck van UUtrecht roept de ontdekking veel nieuwe vragen op. Het is nog onbekend waar CD5L wordt gemaakt en waar het wordt gekoppeld aan IgM. Ook de functie van het CD5L-eiwit als onderdeel van IgM is onduidelijk.

Opvallend genoeg is IgM in speeksel en melk totaal niet gebonden aan CD5L. Heck: “Dat kan een vorm van fine-tuning zijn. Antilichamen zijn lokaal aangepast aan de ziekteverwekkers die ze het vaakst tegenkomen. Er zitten andere bacteriën in je bloed dan in je mond of op je huid.”

Ook zou CD5L als een soort transportpaspoort kunnen werken. “Misschien heeft IgM wel CD5L nodig om in het bloed te komen, of moet er juist CD5L ingeleverd worden om vanuit het bloed in melk of speeksel terecht te kunnen komen.”

De betrokken onderzoekers zetten hun onderzoek naar de vorming en functie van CD5L gezamenlijk door. Heck: “Deze resultaten zetten eerder onderzoek aan zogenaamd vrij CD5L in een ander licht, zodat dat misschien wel anders geïnterpreteerd moet worden."

"Ook zullen bedrijven die nu IgM’s produceren als therapeutische antilichamen goed moeten kijken of ze wel het juiste molecuul maken. Afhankelijk van wat de precieze rol van CD5L is, wordt het misschien wel mogelijk om IgM’s te maken die specifiek naar het bloed of specifiek naar het speeksel gaan.”

Op foto boven: het vijfarmige IgM met daaraan het CD5L-eiwit (rood).