Toepassing dissolutie om polymeren circulair te recycleren

De Nederlandse kennisinstelling TNO werkt samen met ELIX Polymers aan een nieuwe technologie om ABS polymeren te recycleren door middel van dissolutie.

Trefwoorden: #dissolutie, #plastic, #recycleren, #TNO

Lees verder

research

( Foto: TNO )

ENGINEERINGNET.BE - Met dissolutie, een fysische recyclingtechnologie waarbij oplosmiddelen worden gebruikt om kunststoffen na gebruik op te lossen, kunnen polymeren worden teruggewonnen die van betere kwaliteit zijn dan het recyclaat van mechanische recycling.

Ook is de materiaalefficiëntie hoger en is er minder energie nodig dan bij chemische recycling. Dit komt doordat het polymeer tijdens het hele proces intact blijft en niet bij hoge temperaturen wordt afgebroken in monomeren.

TNO Senior Scientist Mark Roelands: "We hebben ontdekt dat het gebruik van een lagere kooktemperatuur het verdampen en terugwinnen van oplosmiddelen vergemakkelijkt, wat het dissolutieproces versnelt en kosten bespaart."

"Het energieverbruik en de kosten van dit proces zitten grotendeels in de terugwinning van de oplosmiddelen en het drogen van de polymeren. Een lage kooktemperatuur maakt het gemakkelijker om ons oplosmiddel te verdampen en terug te winnen, en versnelt daarmee het proces."

"Daarnaast heeft de polymeeroplossing die we verkrijgen een lage viscositeit, zodat we conventionele scheidingstechnieken kunnen gebruiken." Zo is een economisch gunstig proces ontwikkeld wat betreft energieverbruik, efficiëntie van polymeerterugwinning en effectieve zuivering.

TNO werkt samen met verschillende fabrikanten van apparatuur voor aangrenzende procestoepassingen om sneller op te schalen. Ook andere partners spelen een rol bij de ontwikkeling van deze technologie. Zo is de samenwerking met bijvoorbeeld ELIX Polymers, een producent van ABS-harsen en ‑derivaten in Europa, een katalysator geweest voor nieuwe projecten.

Toni Prunera Casellas, hoofd bedrijfsontwikkeling en R&D bij ELIX: "We richten ons er nu onder meer op hoe we verontreinigende stoffen uit ABS kunnen verwijderen, door bijvoorbeeld het pigment en andere additieven eruit te halen."

De opening van een toekomstige proeffabriek in Rijswijk biedt nog meer mogelijkheden voor samenwerking. Roelands: "Behalve pigmenten en vlamvertragers willen we bijvoorbeeld ook rubberdeeltjes uit ABS verwijderen, zodat we ze kunnen vervangen door nieuwe deeltjes en het ABS kunnen verjongen."

"Uiteindelijk vragen we ons af: waar liggen de toepassingen van deze technologische vooruitgang? Met welke partners en internationale partijen kunnen we in contact komen om deze activiteit over te nemen, toe te passen en te commercialiseren?"