ENGINEERINGNET -- De Europese Commissie ziet geen graten in de op 1 augustus 'onder voorwaarden' aangekondigde overname van Invensys door Schneider Electric voor 3,9 miljard euro.
Dat maakten de Europese mededingingsautoriteiten al op 29 november bekend, maar het nieuws werd door geen van beide bedrijven naar buiten gebracht en bleef grotendeels onder de radar van de media.
Volgens de Commissie zijn de activiteiten van beide bedrijven complementair, en zal het uitgebreide Schneider Electric moeten optornen tegen 'een voldoend groot aantal sterke concurrenten in de betrokken markten, zoals Siemens, ABB, Emerson en Rockwell Automation'.
Dat de actieterreinen elkaar aanvullen, vertelden we al in onze eerdere commentaren (voor pc- en tabletgebruikers: zie leestips onderaan). Dat wordt nu bevestigd door de Commissie: Invensys staat sterk in procesindustrieën zoals energie en chemie, Schneider Electric in de zogenaamde 'discrete' automatisering, zoals de automotive en de verpakkingssector.
Dat klopt ook. Schneider Electric staat in technische middens bekend als een tweeledig fabrikant en leverancier. Enerzijds is er de typische installatietak die vooral laagspanningsapparatuur en -componenten bouwt. Anderzijds is er de industriële divisie, het vroegere (in 1988 overgenomen) Telemecanique, dat systemen en software op het vlak van industriële automatisering - zoals PLCs - levert voor hoofdzakelijk 'discrete' productie.
Globaal telt de groep zowat 140.000 werknemers, goed voor in 2012 een omzet van ongeveer 24 miljard euro.
Invensys van zijn kant is een sterk gespecialiseerd en meer procestechnisch gericht bedrijf (vooral via Foxboro), waarvan het zwaartepunt ligt bij de softwareontwikkeling en de engineering van systemen voor de olieraffinaderijen, mijnbouw, energieproductie. De Britse onderneming stelt 16.500 personen te werk (omzet: 1,792 miljard pond in boekjaar 2012- 2013), en staat bekend als een vooral door ingenieurs aangestuurd bedrijf.
Begin 2013 nog spitsten de Britten hun organisatie trouwens nog verder toe op de procestechnische kernactiviteiten door hun divisie 'Rail' aan Siemens te verkopen. Ook daar gaf de Commissie probleemloos zijn toelating voor.
ONZE MENING
Schneider Electric haalt via de overname één van de grootste spelers in die andere tak van de automatisering binnen: die van de continu- of procesautomatisering, waar de hoofdrol weggelegd is voor industriële engineering.
Vanuit technisch en commercieel standpunt snijdt de démarche van Schneider Electric hout. Het maakt op die manier een vuist tegen zijn concurrenten, die niet alleen geografisch (naar de opkomende regio's à la China) uitdeinen, maar ook in steeds meer types van engineering en automatisering actief worden.
Bovendien rekenen de Fransen erop op korte tot middellange termijn ettelijke honderden miljoenen euro te kunnen besparen dankzij synergievoordelen. Maar wat belangrijker is: via de acquisitie zal Schneider Electric letterlijk alle maak- en procesindustrieën kunnen bedienen met zijn automatiseringssystemen, zowel de discrete, hybride als continue productietypes.
Daardoor wordt het een te duchten globale speler waarmee concurrenten zoals Siemens, ABB, Rockwell Automation en General Electric vanaf nu meer beter rekening houden...
(Bert Belmans)
