Natuur blijkt betere bodemsaneerder dan gedacht

UUtrecht toont aan dat opruimacties door bacteriën beter en sneller kunnen gaan dan tot nog toe gedacht, bijvoorbeeld door het nitraatgehalte in de bodem te sturen.

Trefwoorden: #bacteriën, #benzeen, #bodem, #bodemsanering, #Deltares, #gasfabriek, #indeen, #naftaleen, #nitraat, #tolueen, #UUtrecht

Lees verder

research

( Foto: UUtrecht )

ENGINEERINGNET.BE - Bij bodemverontreiniging is veelal ‘inpakken en monitoren’ het credo. Door de diepte van de verontreiniging of door andere oorzaken is afgraven namelijk vaak geen optie. In dat geval kan biologische afbraak door ‘gifminnende’ bacteriën een oplossing zijn.

Promovendus Johan van Leeuwen van UUtrecht vroeg zich af onder welke omstandigheden welke stoffen dan precies afbreken en of we de bacteriën ook kunnen stimuleren dit efficiënter te doen.

Zijn onderzoek toont aan dat opruimacties door bacteriën beter en sneller kunnen gaan dan tot nog toe gedacht.

In het lab bootste Van Leeuwen de bodemsamenstelling na zodat hij onder perfecte omstandigheden kon uitproberen welke andere stoffen de bacteriën aansporen hun werk efficiënter te doen.

Van Leeuwen: “Daar zag ik dat toevoegen van bepaalde stoffen een gunstig effect had op de biologische afbraak en dat daardoor de bacteriepopulatie ook groeide. Maar een simulatie in het lab is geen echte bodem."

"Veldwerk dichtbij Amersfoort en later in het Utrechtse Griftpark waar eens gasfabrieken stonden, zorgden voor de koppeling met de praktijk.”

Als de bodembacteriën ter plekke worden gestimuleerd leidt dat na een jaar tot meetbare positieve resultaten. Nitraat is een goed voorbeeld van een stof die een bijdrage daaraan levert.

“Het is dan wel van belang dat de locatie afgeschermd en gemonitord blijft zodat het nitraat niet in het omringende grond- en oppervlaktewater kan komen, maar dat geldt even goed voor het al aanwezige gif. Die voorzieningen voor afscherming zijn vaak al ter plekke.”

De onderzoeker benadrukt wel dat nieuwe afbraakroutes afhankelijk zijn van de omstandigheden: om welke locatie gaat het, hoeveel vervuiling is er en wat zit er nog meer in die bodem.

Bodemverontreinigingen kunnen voorkomen op terreinen van oude maar ook moderne fabrieken. Het betreft zogeheten mono- en polyaromatische koolwaterstoffen als benzeen, tolueen, indeen en naftaleen in watervoerende lagen in de bodem.

Op de oude fabrieksterreinen zijn deze stoffen achtergebleven door lozing in een tijd dat hierover nog veel onbekend was. Op nieuwe terreinen zijn incidenten zoals lekkage veelal de oorzaak.

Van Leeuwen blijft op zoek naar moeilijke ondergrondse puzzels om op te lossen. In het Griftpark begint dit jaar een tweede fase van het onderzoek bij de voormalige gasfabriek. Daarnaast zet Van Leeuwen bij Deltares een onderzoek op naar plasticverontreiniging in de bodem en oevers.