• 27/11/2013

Hoe VITO in India kansen wil creëren voor Vlaamse cleantech

'We willen bruggenhoofd in India oprichten voor cleantechbedrijven', stelt onderzoeksinstituut VITO, 'en er Vlaams onderzoek en ontwikkeling aanbieden om duurzame chemie te introduceren'.

Trefwoorden: #biomassa, #cleantech, #de gucht, #ecologie, #economie, #Indian Oil, #onderzoek, #praj, #techniek, #vito

Lees verder

Nieuws

( Foto: VITO )

ENGINEERINGNET.BE -- "Aangezien we ons onderzoek richten op de transitie naar een duurzame samenleving, is het belangrijk om aanwezig te zijn in landen die snel groeien - de zogenaamde BRIC-landen. Want die bieden opportuniteiten op dat vlak."

Dat stelt het Vlaamse onderzoeksinstituut VITO naar aanleiding van zijn deelname aan een Belgische economische missie van 22 tot 29 november 2013 naar India.

India wordt daarbij naast China als één van de belangrijkste doellanden naar voor geschoven. Bij de snel groeiende lokale industrie ligt er naar verluidt een grote afzetmarkt braak voor de Vlaamse cleantechbedrijven. 'We willen er voor de sector een bruggenhoofd oprichten', stelt het instituut.

De markt is gigantisch: er zijn 600 miljoen landbouwers die gewassen telen, maar ook de bijbehorende residuen en afvalstromen genereren, om nog te zwijgen over de gigantische problemen van huishoudelijk organisch afval en afvalwater waarmee het land kampt.

De CO2-emissies uit deze afvalstromen zijn het equivalent van meer dan 25 moderne, grote steenkoolcentrales. VITO: "Het is dan ook een uitdaging om deze afvalstromen te converteren in nuttige stromen zoals energie, nutriënten (meststoffen) en chemische bouwstenen voor nieuwe materialen, waardoor zij niet langer een bedreiging vormen."

"In een land met zulke enorme hoeveelheden biomassa, zou de overgang naar een economie gebaseerd op biomassa en duurzame chemie bovendien sneller of performanter moeten kunnen verlopen."

VITO zette samen met de Europese Commissie en het Indiase Department of Biotechnology vroeger al de krijtlijnen uit voor een strategische samenwerking in de Horizon2020-strategie (officieel: de 'Joint Declaration EU-India', in 2012 ondertekend door Karel De Gucht).

Niet alleen VITO, maar ook de Vlaamse industrie - vertegenwoordigd door de associatie FCA - heeft hier heel wat te bieden: een derde van de Vlaamse cleantech bedrijven concentreert zich in en rond de havens van Antwerpen en Gent, de toegangspoorten naar Europa en kennishubs rond duurzame chemie en biogebaseerde chemicaliën.

Tijdens de Belgische economische zending wist het instituut alvast te scoren met de ondertekening van verschillende onderzoeksakkoorden.

Zo is er de nieuwe samenwerking met Praj die zich richt op de ontwikkeling en valorisatie van door VITO gepatenteerde membraantechnologie en -processen voor bioraffinaderijen, met als doel minder energie te verbruiken en de efficiëntie van de processen te verbeteren, zeg maar meer duurzaam te maken.

Samen met petroleumbedrijf Indian Oil gaat VITO dan weer onderzoek doen naar de omzetting van CO2 in waardevolle moleculen, op basis van bio-elektrochemie, een onderzoeksdomein waarmee het zeer goed vertrouwd is. De membranen en elektrodes die zullen worden gebruikt in deze processen, kunnen door de Vlaamse industrie geleverd worden.

Tot slot werd met de Tamil Nadu Water Investment Company - TWIC is een joint venture van Il&FS, reeds aanwezig in België, en de Tamil Nadu overheid - een overeenkomst gesloten om nauw te gaan samenwerken op waterzuivering met zogenaamd 'zero discharge'.

Er wordt dan geen water geloosd, alles wordt herbruikt. Dit is uiterst belangrijk in een land waar water zeer schaars is, vooral in een regio als Tamil Nadu.

Bovendien is het Vlaamse instituut naar eigen zeggen in volle onderhandeling met andere, niet nader genoemd partijen om afvalstromen efficiënter om te zetten in energie en daarnaast hoogwaardige moleculen, nutriënten en andere mineralen te recupereren.

Hierbij gaat er onder meer aandacht naar het zogenaamde Sewage plus systeem dat VITO samen met UGent heeft ontwikkeld.


(Bert Belmans)

FOTO
Microbiële omzettingen van organisch afval en/of biomassa leiden tot nieuwe producten voor energie, chemie of voeding.