ENGINEERINGNET.BE - Hoe kunnen rookgassen afkomstig uit de industrie nuttig worden ingezet om waardevolle materialen te produceren en tegelijkertijd aardolie uit te sparen? Het onderzoeksconsortium van het project Carbon4PUR vond antwoorden op deze vraag en presenteerde recent zijn eindresultaten na drie en een half jaar onderzoekswerk.
Het consortium, onder leiding van materialenproducent Covestro, onderzocht nieuwe technologieën waarmee hoogovengassen van staalfabrieken omgezet kunnen worden in polyurethaantoepassingen en meer bepaald hoe koolstofmonoxide (CO) en -dioxide (CO2) uit het hoogovengas van de staalproductie kunnen worden gebruikt als koolstofbron voor polyolen.
Het was de Universiteit van Gent die instond voor de zuivering van de restgassen tot een mix van koolstofmonoxide en koolstofdioxide. Polyolen zijn belangrijke tussenproducten voor isolatiematerialen en coatings op basis van polyurethaan. Ze worden meestal gemaakt op basis van ruwe olie. Zowel ecologisch als economisch werd de nieuwe technologie als gunstig beoordeeld.
Een belangrijke verwezenlijking van Carbon4PUR is de identificatie van nieuwe katalysatoren voor de productie van nieuwe polyolen. Met behulp van deze katalysatoren zijn de onderzoekspartners erin geslaagd om op laboschaal polyolen te produceren met behulp van koolmonoxide (CO) uit gasmengsels. In het nieuwe tussenproduct kon 27% CO worden ingebonden.
Binnen dit onderzoeksproject werd de technologie met succes opgeschaald naar semi-industriële schaal. De eerste voorbeelden van toepassingen werden al aangeleverd door isolatieproducent Recticel (België) en chemieproducent Megara Resins (Griekenland), die op basis van de onderzoeksresultaten hun productontwikkeling verder hebben gevorderd.
Dit zijn enkele partners die deelnamen dit project: Covestro, ArcelorMittal, Recticel en de Universiteiten van Gent en Leiden.